De naam "Faulebutter" komt voor het eerst voor in een pachtakte uit 1690. Er is geen betrouwbare verklaring voor de naam.
Aangezien hier in het verleden een Nederduits dialect werd gesproken, moet men de verklaring in het dialect zoeken. "Faul" kan iets te maken hebben met "Pfuhl", een moerassige vijver, of met het ietwat verouderde spreektaal "Pfühlen", de zachte bedding. Boter zou afgeleid kunnen zijn van "grond". Zachte drassige grond, dat zou een logische verklaring kunnen zijn voor de plaatsnaam, omdat het terrein enigszins drassig is door de bodemsamenstelling en de hoogte.